Limburgs mooiste (column 4)
Anderhalve week voor de Alpe d’HuZes gaan we voor de laatste keer met ons team trainen in Zuid Limburg. Theo kent als ambulance chauffeur in Zuid Limburg letterlijk iedere straathoek en heeft weer een route uitgezet. Hier ging nog wat nachtwerk aan vooraf. Vlak voor onze trainingsdag realiseerde Theo zich namelijk dat gelijktijdig ook de fietstocht “Limburgs Mooiste” plaatsvindt. Op de groepsapp vraagt hij of we de route moeten aanpassen. Ik schrijf bij wijze van grap op de app dat de naam van de tocht (Limburgs Mooiste) naar mij vernoemd is. Marco reageert gevat dat de organisator blind is. De voorpret is begonnen. Theo besluit om de drukte te mijden en is tot vrijdagnacht 1:30 bezig om een nieuwe route uit te stippelen. Wederom met een super resultaat!
Ook voor Randy betekende de voorbereiding op de Alpe nog nachtwerk. Hij is tot ’s nachts bezig geweest met enkele vrijwilligers om de transportplanning voor de 18 vrachtwagens met goederen voor het evenement te maken. De korte nachten van enkelen drukt de pret en de sfeer niet.
Tijdens de klim spreek ik met teamgenoot Pierre, die 22 jaar geleden (op 29-jarige leeftijd) de diagnose nierkanker met uitzaaiingen kreeg. Na enkele operaties en een spannende tijd was hij gelukkig genezen. Ik vraag of het zijn leven nog beïnvloed op dit moment. “jazeker” zegt hij: “ik was altijd een positief mens, en ben dat nu nog meer geworden. Ik ben me altijd blijven richten op dingen die ik leuk vind in mijn werk en leven. Als ik iets niet leuk vind, verander ik het of stop ermee en ga wat anders doen. Ik probeer dit ook over te brengen op mijn kinderen die vooraan in de twintig zijn. Ik wil niet een vader zijn die een kind in een bepaald patroon forceert. Mijn zoon maakt nu bijv. een wereldreis en dat vind ik prachtig”. Het fascineert me dat een vreselijke ziekte zoals kanker twintig jaar na dato nog steeds en blijvend een positieve invloed heeft op iemands leven. Hoe tegenstrijdig kan het zijn?